Examples of using "Masaj" in a sentence and their dutch translations:
Ik moet mijn knieën masseren.
Hij masseerde haar rug.
Ze masseerde zijn stijve spieren.
- Wil je dat ik je schouders masseer?
- Zal ik je schouders masseren?
Tom masseerde de stijve schouders van Maria.
- Ik wil een massage. Ik moet ontspannen.
- Ik wil een massage. Ik moet relaxen.