Examples of using "Allah'a" in a sentence and their dutch translations:
Vaarwel.
Wij vertrouwen op God.
- God zij dank.
- Godzijdank.
Sami gelooft in Allah.
Geloof jij in God?
- Wij geloven in God.
- We geloven in God.
Waarom geloof jij niet in God?
Wie gelooft in God?
Bush gelooft in God.
Tom gelooft niet in God.
Ben je gelovig?
Ik geloof in God.
Moslims bidden tot God.
Sami bidt tot Allah.
Moslims aanbidden God.
Sami aanbad Allah.
- Tot ziens!
- Tot kijk.
- Doei.
- Ciao.
Haar geloof in God is erg sterk.
Sommige mensen geloven in God en andere mensen niet.
Hij geloof niet in God.
Ze geloven in God.
Ik zweer bij God dat ik niets gedaan heb.
Sommige mensen geloven in God en andere mensen niet.
Zoals de Heilige Koran ons gebiedt: "Vreest God en spreekt de waarheid."