Examples of using "Vendiendo" in a sentence and their dutch translations:
Wat verkoopt u?
Je verkoopt je ziel.
- Tom verkoopt zijn schaap.
- Tom verkoopt zijn schapen.
Ik verkoop mijn auto met verlies.
Ze verdienen hun brood met het verzamelen en verkopen van oude kranten.
Ze verdienen hun brood met het verzamelen en verkopen van oude kranten.