Examples of using "Saltó" in a sentence and their dutch translations:
Tom sprong.
Tom sprong uit de boom.
Die hond sprong.
- Tom heeft de lunch overgeslagen.
- Tom sloeg de lunch over.
De jongen sprong in het water.
Hij sprong het raam uit.
Tom sprong het zwembad in.
- Tom sprong het koude water in.
- Tom sprong in het koude water.
Het konijn is over de hond heen gesprongen.
Toen de telefoon ging, sprong hij uit bed.
...waarna het luipaard naar me toesprong en me naar beneden trok.
Hij hoorde een vreemd geluid, dus hij sprong uit bed.
Hij sprong niet hoog genoeg om een prijs te winnen.
De vlugge bruine vos sprong niet over de luie hond.
Een hond sprong in de stoel en bleef daar vijf minuten onbeweeglijk zitten.