Examples of using "Postal" in a sentence and their dutch translations:
Stuur mij een postkaart.
Dat is mijn postcode.
Deze ansichtkaart komt uit Australië.
De postcode in Spanje heeft vijf cijfers.
Je moet de postcode op de envelop schrijven.
- Ik kreeg een kerstkaart van mijn broer in Italië.
- Ik heb een kerstkaart gekregen van mijn broer in Italië.