Examples of using "Portátil" in a sentence and their dutch translations:
Heb je je laptop bij je?
Ik heb een laptop nodig.
Ik zal je een laptop geven.
Ik heb een laptop.
Het is handig om een laptop te hebben.
Het is handig om een laptop te hebben.
Ik heb een laptop nodig.
Het is handig om een laptop te hebben.
Ik ging zitten en opende mijn laptop.
Ik ging zitten en opende mijn laptop.
Deze laptop is van mij.
- Hebt ge een gsm?
- Heb je een mobieltje?
- Hebt u een mobieltje?
- Heb je een gsm?
- Heb je een mobiele telefoon?
Hoe kunt u een laptop hebben, maar geen mobieltje?
Ik ging zitten en opende mijn laptop.
Hoe kunt u een laptop hebben, maar geen mobieltje?
Het is handig om een laptop te hebben.
Tom is boos omdat Mary zijn laptop had geleend zonder te vragen.
Ik startte m'n laptop op en liet hem een voorstel voor een boek zien
Ik ging zitten en opende mijn laptop.
Ik ging zitten en opende mijn laptop.