Examples of using "Pasta" in a sentence and their dutch translations:
- Ik eet pasta.
- Ik ben pasta aan het eten.
Pasta koken is makkelijk.
Ik heb de pasta te lang gekookt.
Waar is de tandpasta?
Waar is er tandpasta?
Waar is de tandpasta?
en misschien wat Italiaanse pasta.
- In de pasta die ik heb gegeten zat er te veel basilicum.
- In de noedels die ik heb gegeten zat er te veel basilicum.
Ik wil geld.
Spätzle is een soort Duitse pasta.
Koop alsjeblieft een tube tandpasta.
Ik ben laatst van merk tandpasta gewisseld.
Waar is de tandpasta?
Het is geen tandpasta, het is reinigend gezichtsschuim!
...verandert deze grazer in een van de meest gevaarlijke dieren op aarde.
Koop alsjeblieft een tube tandpasta.