Examples of using "Flauta" in a sentence and their dutch translations:
Hij kan fluit spelen.
Ik kan geen fluit spelen.
- De man gooide zijn fluit in het meer.
- De man wierp zijn fluit in het meer.
Tom leert de piccolo te bespelen.
Ik hoop dat je je fluitsolo geoefend hebt!
Tom speelt ook graag de fluit.