Examples of using "Detesto" in a sentence and their dutch translations:
- Ik haat studeren.
- Ik heb een hekel aan studeren.
Ik haat vliegen.
Ik verafschuw je.
Ik haat sneeuw!
Ik haat bonen.
- Ik verfoei schijnheiligheid.
- Ik haat schijnheiligheid.
Ik haat scheikunde.
Ik haat je.
Ik haat mijn schoonmoeder.
Ik haat verliezen.
Ik haat werken.
Ik haat strijken.
Ik haat leugenaars.
Ik haat vliegen.
Ik haat verjaardagsfeestjes.
Ik verafschuw de zondag! Vreselijke dag!
Ik haat schijnheiligheid.
- Ik heb een hekel aan koffie.
- Ik haat koffie.
Ik haat je nog steeds.
Ik haat scheikunde.
Ik haat het weer hier.
Ik haat muggen.
Ik heb er een hekel aan om 's morgens te moeten haasten.
Ik vind het niet leuk om een volwassen man te zien huilen.
Ik haat mijn schoonmoeder.
Ik haat vliegen.
Ik haat je nog steeds.
Ik haat het om alleen te zijn met Kerstmis.