Translation of "Cena" in Dutch

0.009 sec.

Examples of using "Cena" in a sentence and their dutch translations:

Preparé cena.

- Ik heb het diner gemaakt.
- Ik heb het avondeten gemaakt.

- La cena está lista.
- La cena está preparada.

Het avondeten is klaar.

- Tom cocinó la cena.
- Tom preparó la cena.

- Tom heeft het avondmaal klaargemaakt.
- Tom heeft het diner bereid.

Cociné la cena.

- Ik heb het diner gekookt.
- Ik kookte het diner.

- ¿Cuánto falta para la cena?
- ¿Cuánto tiempo hasta la cena?

Hoelang nog tot het avondeten?

Y tendremos la cena.

En dan kunnen we vanavond eten.

¿La cena está lista?

Is het avondeten klaar?

La cena huele delicioso.

Het diner ruikt heerlijk.

¿Cuándo es la cena?

Wanneer is het avondeten?

Gracias por la cena.

Bedankt voor het eten.

La cena puede esperar.

- Het avondeten kan wachten.
- Het diner kan wachten.

La cena está preparada.

Het avondeten is klaar.

Anoche preparé la cena.

Gisterenavond heb ik het diner bereid.

La cena está lista.

Het avondeten is klaar.

¿Cuánto falta para la cena?

Hoelang nog tot het avondeten?

La cena está casi lista.

Het avondeten is bijna klaar.

Déjame pagar por la cena.

- Laat mij voor het diner betalen.
- Laat mij voor het avondeten betalen.

Comí una ensalada como cena.

Ik heb 's middags een slaatje gegeten.

He preparado la cena ayer.

Ik heb het avondeten klaargemaakt gisteren.

La cena estuvo tan deliciosa.

Het avondeten was zo lekker.

La cena está lista, papi.

Het avondeten is klaar, papa.

Taro, la cena está lista.

Taro, het eten is klaar!

- Dejé tu cena en el horno.
- Te he dejado la cena en el horno.

- Ik heb uw avondeten voor u in de oven laten staan.
- Ik heb je avondeten voor je in de oven laten staan.

- Mi madre está ocupada preparando la cena.
- Mi madre está ocupada cocinando la cena.

Mijn moeder is bezig het avondeten te koken.

Tom llegó tarde a la cena.

Tom was te laat voor het avondeten.

Tom preparó espaguetis para la cena.

- Tom maakte spaghetti voor het avondeten.
- Tom heeft spaghetti voor het avondeten gemaakt.

Ella está ocupada preparando la cena.

Ze is volop het avondeten aan het klaarmaken.

Yo a veces cocino la cena.

Soms maak ik eten.

Mi cena consta de solo fruta.

Voor het avondmaal heb ik alleen maar fruit.

Es la hora de la cena.

Het is etenstijd.

Perdón si no cociné bien la cena.

Neem me niet kwalijk als ik het avondeten niet goed gekookt heb.

Seiko aceptó la invitación a la cena.

Seiko aanvaardde de uitnodiging voor het avondeten.

Hice que mi hijo preparara la cena.

Ik liet mijn zoon het avondeten klaarmaken.

Tom vino justo antes de la cena.

Tom kwam net voor het avondeten.

Yo lavé los platos después de la cena.

Na het avondeten deed ik de afwas.

Mi amor, te preparé una cena romántica con velas.

Liefste, ik zal een romantisch diner met kaarslicht voor je bereiden.

No estoy dispuesto a cocinar cena para veinte personas.

Ik ben niet van plan om voor twintig man te koken.

¿Qué come tu familia en la cena de Navidad?

- Wat eet je familie voor het kerstdiner?
- Wat eet uw familie voor het kerstdiner?

Comparten la cena a través de una cocina en común.

via een gemeenschappelijke keuken.

La cena no suele estar preparada antes de las seis.

Het avondeten is meestal niet voor zes uur klaar.

Tom se calentó una lata de raviolis para la cena.

Tom warmde voor het avondeten een blik ravioli op.

La cena está lista, así que podemos comer cuando queramos.

Het avondeten is klaar, we kunnen eten wanneer we willen.

Tom no suele hacer su tarea antes de la cena.

Tom maakt niet vaak zijn huiswerk voor het avondeten.

Mi padre no dijo ni una sola palabra durante la cena.

Mijn vader zei geen woord tijdens het avondeten.

"Mamá, si estamos en cuarentena, al menos podemos hacer una cena, cierto?"

"Mam, als we in quarantaine zitten kunnen we nog steeds wel etentjes houden, toch?"

Hoy es nuestro aniversario, así que hagamos de esta una cena especial.

Vandaag is onze trouwdag, dus laten we er een speciaal diner van maken.

- Mis amigos me invitaron a una cena.
- Mis amigos me invitaron a cenar.

Mijn vrienden hebben mij uitgenodigd voor het avondeten.

Desayuna solo, almuerza con tu amigo, y dale tu cena a tu enemigo.

Neem je ontbijt alleen, neem het middagmaal met je vriend en geef je avondmaal aan je vijand.

- ¡Es hora de cenar!
- Es hora de cenar.
- Es la hora de la cena.

Het is etenstijd.

- Es hora de comer.
- ¡A la mesa!
- Es hora de cenar.
- Es la hora de la cena.

- Het is etenstijd.
- Aan tafel!
- Naar de tafel!
- Het is etenstijd!