Examples of using "Nunca" in a sentence and their dutch translations:
Zeg nooit nooit.
Ik drink nooit.
U zult nooit alleen zijn.
Ik lieg nooit.
Hij liegt nooit.
- Ik zal jullie nooit verlaten.
- Ik zal u nooit verlaten.
- Ik zal je nooit verlaten.
- Ik zal jullie nooit verlaten.
- Ik zal u nooit verlaten.
Dat zal nooit gebeuren.
Dat zal nooit gebeuren.
Jullie vertellen me nooit iets.
- Lieg nooit!
- Vertel nooit leugens.
Ik antwoordde nooit.
...of nooit.
Ik lieg nooit.
Nooit weer.
Het is nooit gebeurd.
Ik zal nooit roken.
Ze zullen nooit veranderen.
Nooit meer!
Nooit.
Ik slaap nooit.
Ik heb nooit van je gehouden.
Dat heb ik nooit gezegd.
- Ik geef nooit op.
- Ik geef nooit toe.
We zullen het nooit weten.
Susan rookt nooit.
Ze drinken nooit bier.
Ik zal je nooit vergeten.
Nu of nooit!
Ze liegen nooit.
Ons werk houdt nooit op.
Dit is nooit gebeurd.
Onkruid vergaat niet.
Hier komt nooit een eind aan.
Tom keek nooit achterom.
Wisten we niet.
Nooit opgeven.
Nooit opgeven.
Ik heb hier nooit om gevraagd.
- Lieg nooit!
- Vertel nooit leugens.
Dat zal nooit verdwijnen.
- Vergeet het nooit.
- Vergeet dat nooit.
Ik drink nooit.
Je weet maar nooit.
Ik heb hier nooit om gevraagd.
Ik lieg nooit.
Dat heb ik nooit gezegd.
Lieg nooit!
Ik zal dit nooit zeggen!
Ik zal het nooit zeggen!
Ik heb nooit van je gehouden.
- Ze kwamen niet opdagen.
- Ze zijn nooit op komen dagen.
Geef nooit op.
Probeer nooit te sterven.
Ik kom nooit meer terug.
Je zult het nooit weten.
Hij drinkt nooit alcohol.
Tom is nooit aangekomen.
Ik zou je nooit kunnen haten.
- Dat heb ik nooit gezegd!
- Ik heb dat nooit gezegd!
We zullen het nooit weten.
Speel hier nooit.
- Ik zal je nooit vergeten.
- Ik zal jullie nooit vergeten.
Hij liegt nooit.
Susan rookt nooit.
Ik word nooit boos.
Tot nooit meer ziens!
Hij vergeet nooit zijn geld.
Beter laat dan nooit.
Maria draagt nooit oorbellen.
Ik denk dat hij nooit meer zal terugkomen.
Betty zei nooit een woord.
Hier komt nooit een eind aan.
- Eén taal is nooit genoeg.
- Eén taal is nooit voldoende.
- Eén taal kan nooit genoeg zijn.
Je zult me nooit levend in handen krijgen.