Examples of using "¿comen" in a sentence and their dutch translations:
Ze eten tomaten.
Jullie eten.
Schapen eten gras.
Zij eten vlees.
Ze eten chocolade.
- Eten katten vleermuizen, of eten vleermuizen katten?
- Eten katten vleermuizen of eten vleermuizen katten?
Ze eten in het hotel.
Katten eten geen bananen.
Katten eten geen bananen.
Ze eten veel rijst.
Koeien eten gras.
- Eekhoorntjes eten hazelnoten.
- Eekhoorns eten hazelnoten.
Vossen eten kippen.
Paarden eten gras.
Haaien eten vissen.
Wat eten tijgers?
Termieten eten hout.
Kikkers eten insecten.
Wat eten bijen?
Kikkers eten vliegen.
Vegetariërs eten groente.
Olifanten eten gras.
Koeien eten gras.
Amerikanen eten veel vlees.
Eten jullie rijst in je land?
Amerikanen eten veel vlees.
- Wolven eten geen sla.
- Wolven eten geen slaatjes.
Aziaten eten veel rijst.
Wat eet je eigenlijk?
De waarden vermalen de feiten
Ze eten met mes en vork.
Zijn er honden die rauwe vis eten?
Moderne katten eten geen ratten.
Eten jullie rijst in je land?
Neem het lichaam, gooi de kop weg.
Neem het lichaam, gooi de kop weg.
Ze kunnen slapen, eten en zelfs bevallen in die houding.
maar dat ze ook vaatwastabletten eten voor een online uitdaging,
Zij jaagt voor hen allebei.
Ook de Grieken eten dikwijls vis.
Ze eten een keer per week vlees.
Japanners eten drie maaltijden per dag.
Aardappels eten geen mensen!
U eet.
zoals wat ze eten, waar ze zijn en met wie.
- Jij eet.
- U eet.
- Jullie eten.
Sommige mensen eten sushi met hun handen.
De koeien bij mij achter eten alleen maar tulpen.
Maar ze hebben al dagen niet gegeten. De moeder moet jagen.
Je eet te veel ongezond voedsel.
In mijn wereld is iedereen een pony en eten ze allemaal regenbogen en poepen vlinders.
De meeste Japanners eten ten minste één keer per dag rijst.