Translation of "Pasto" in Dutch

0.006 sec.

Examples of using "Pasto" in a sentence and their dutch translations:

- No pise el pasto.
- Sal del pasto.

Loop niet op het gras.

Las vacas comen pasto.

Koeien eten gras.

No pise el pasto.

Loop niet op het gras.

El pasto es verde.

Het gras is groen.

Los elefantes comen pasto.

Olifanten eten gras.

No hay pasto en la luna.

Er groeit geen gras op de maan.

- Prohibido pisar el césped.
- No pise el pasto.

- Verboden het gras te betreden.
- Verboden op het gras te lopen.

El pasto creció bien después de la lluvia.

Het gras groeit goed na de regen.

- Las ovejas comen zacate.
- Las ovejas comen pasto.

Schapen eten gras.

Trabajando. Prendí el tractor para cortar pasto. Unos nervios bárbaros.

Wat hebt u vanochtend gedaan? -Gewerkt. Ik heb het gras gemaaid. Ik ben best nerveus.

Lleno de pasto fresco que no crece bajo el espeso dosel del bosque,

Bedekt onder vers gras dat niet groeit onder het bladerdak van het bos...

Yo oí que el pasto en Inglaterra es verde incluso en el invierno.

Ik heb gehoord dat het gras in Engeland zelfs groen is in de winter.

- Algunos niños están jugando en la hierba.
- Unos niños están jugando en el pasto.

Enkele kinderen zijn op het gras aan het spelen.

El olor a pasto recién cortado evoca la imagen de las calurosas tardes de verano.

De geur van gemaaid gras roept beelden op van hete zomermiddagen.

- El pasto del vecino es más verde.
- La hierba al otro lado de la colina está siempre más verde.

- Het gras aan de andere kant van de heuvel is altijd groener.
- Het gras van je buurman is altijd groener dan het jouwe.

- La hierba al otro lado de la colina está siempre más verde.
- Siempre se ve más verde el pasto del vecino.

- Het gras aan de andere kant van de heuvel is altijd groener.
- Het gras van je buurman is altijd groener dan het jouwe.