Examples of using "¡ojo" in a sentence and their dutch translations:
- Oog om oog en tand om tand.
- Oog om oog, tand om tand.
Oog om oog, tand om tand.
Voorzichtig! Kijk uit!
- Ik heb geen oog dichtgedaan voorbije nacht.
- Ik heb vannacht geen oog dichtgedaan.
Ik heb een glazen oog.
- Er zit iets in mijn oog.
- Ik heb iets in mijn oog.
Let op voor zakkenrollers.
Ik ben scheel.
Je hebt een blauw oog.
Tom heeft een blauw oog.
- Ik heb geen oog dichtgedaan voorbije nacht.
- Ik heb vannacht geen oog dichtgedaan.
Ik heb een glazen oog.
Ik heb iets in mijn oog.
- Geloof je in het boze oog?
- Geloven jullie in het boze oog?
Geen dwangmatige verzamelaars, dat is wat anders.
Elk oog meet afstanden onafhankelijk op...
Geloof je in het boze oog?
Ze is blind aan haar rechteroog.
Hij heeft oog voor antiek.
Mijn oog is opgezwollen.
Pas op voor dieven in deze omgeving.
De bal trof haar in het oog.
- Hij heeft een goed oog voor kunst.
- Hij heeft een goede kijk op kunst.
Tom knipoogde naar Mary.
Ik wil dat je Tom in de gaten houdt.
Het oog is de spiegel van de ziel.
Pas vooral op voor zakkenrollers.
De oude man is blind aan een oog.
Pas op voor vervalsingen.
Mijn ogen voelen prikkelend aan.
Let op voor zakkenrollers.
Dit griezelige licht is voor de mens niet zichtbaar.
Nu en dan moet je een oogje dichtdoen.
Tom kan zich niet herinneren hoe hij zijn blauwe oog gekregen heeft.
Door een verkeersongeval was hij aan één oog blind.
Tom knipoogde.
Mijn strijd is om het oog van de storm te vinden zo goed als ik kan.
De docent hield me in de gaten omdat ze dacht dat ik spiekte.
Deze diamant kost een fortuin.
Het oog is de spiegel van de ziel.
- Ik keek rondom mij.
- Ik keek om me heen.
Vrouwen gebruiken parfum omdat de neus makkelijker te verleiden is dan het oog.