Translation of "¡di" in Dutch

0.116 sec.

Examples of using "¡di" in a sentence and their dutch translations:

- Le di una bofetada.
- Le di un bofetón.
- Le di un cachete.
- Le di un manotazo.

- Ik gaf hem een oorvijg.
- Ik heb hem een oorvijg gegeven.

¡Di algo!

Zeg iets!

Di "ahh".

Zeg eens "aaa".

- Di una vuelta.
- Yo di un paseo.

Ik ging wandelen.

Di "por favor".

Zeg alsjeblieft.

Di la verdad.

- Spreek de waarheid.
- Vertel de waarheid.

- Di patata.
- Decid patata.
- Di güisqui.
- Decid güisqui.
- Sonría.

- Lach naar het vogeltje.
- Zeg kaas.

- Di "ahh".
- Diga "aaah".

- Zeg 'aaa'.
- Zeg eens "aaa".

Le di un tortazo.

Ik gaf hem een oorvijg.

Le di un libro.

Ik gaf hem een boek.

Le di una bofetada.

- Ik gaf hem een oorvijg.
- Ik heb hem een oorvijg gegeven.

- ¡Di algo!
- ¡Decid algo!

Zeg iets.

Le di algunos libros.

Ik heb hem een paar boeken gegeven.

Di lo que piensas.

- Vertel eens waar je aan denkt.
- Zeg wat je denkt.

Le di mi dirección.

Ik gaf hem mijn adres.

Le di un bofetón.

Ik gaf hem een oorvijg.

Le di instrucciones detalladas.

- Ik gaf hem nauwkeurige instructies.
- Ik gaf hem gedetailleerde instructies.

Di siempre la verdad.

- Zeg steeds de waarheid.
- Zeg altijd de waarheid.

¿Cuándo te di eso?

Wanneer heb ik je dat gegeven?

Le di el dinero.

Ik heb hem het geld gegeven.

Solo di que no.

- Zeg gewoon nee.
- Zeg maar nee.

No me di cuenta.

Ik realiseerde het me niet.

- Le di a Tom una oportunidad.
- Le di una oportunidad a Tomás.

Ik gaf Tom een kans.

- Se lo di a mi mamá.
- Se lo di a mi mami.

Ik gaf het aan mijn mama.

Pero luego me di cuenta

Maar dan besef je je...

No mientas. Di la verdad.

Lieg niet. Zeg de waarheid.

Le di las buenas noches.

Ik zei hem goedenacht.

Le di chocolate a María.

Ik gaf Maria chocolade.

Di hola a tus amigos.

- Zeg "Dag" tegen uw vrienden.
- Zeg hallo tegen je vrienden.

Le di chocolate a Tom.

Ik gaf Tom chocolade.

Le di un reloj de oro.

Ik gaf hem een gouden horloge.

Le di a Tom un sedante.

- Ik gaf Tom een kalmerend middel.
- Ik gaf Tom een kalmeringsmiddel.
- Ik gaf Tom een sedatief.

Le di otra oportunidad a Tom.

Ik gaf Tom nog een kans.

Di por supuesto que ella vendría.

Voor mij was het vanzelfsprekend dat zij zou komen.

En trueque le di una muñeca.

In ruil gaf ik haar een pop.

Y en ese punto, me di cuenta

En toen had ik door

Me di cuenta de que me observaban.

Ik merkte op dat ik geobserveerd werd.

Le di limosna a ese pobre chico.

Ik gaf die arme jongen een kleinigheid.

Le di un diccionario a mi hermana.

Ik gaf mijn zus een woordenboek.

Le di una dirección falsa a Tom.

Ik gaf Tom een vals adres.

Le di a Tom todo mi dinero.

Ik gaf Tom al mijn geld.

Le di una muñeca a mi hermana.

Ik heb mijn zus een pop gegeven.

Le di un beso en la mejilla.

Ik gaf hem een kus op de wang.

Me di cuenta de que no estaba solo,

Ik realiseerde me dat ik niet alleen was.

¿Quién ha roto la ventana? Di la verdad.

- Wie heeft de ruit gebroken? Zeg me de waarheid.
- Wie heeft het raam gebroken? Vertel de waarheid.

Le di el poco dinero que llevaba conmigo.

Ik heb hem het weinige geld gegeven dat ik bij mij had.

Le di mi asiento a la dama mayor.

Ik gaf mijn zitplaats aan de oude vrouw.

Me di cuenta de que había descubierto algo importante.

En ik besefte dat ik iets bijzonders ontdekt had.

No me di cuenta que te sentías tan mal.

Ik wist niet dat je je zo slecht voelt.

Le di al mendigo todo el dinero que tenía.

Ik gaf de bedelaar al het geld dat ik had.

- Salúdame a tus amigos.
- Di hola a tus amigos.

- Zeg "Dag" tegen uw vrienden.
- Zeg hallo tegen je vrienden.

Ya te di varias oportunidades, pero nunca supiste aprovecharlas.

Ik heb je verschillende kansen gegeven, maar je wist ze nooit te benutten.

Me di cuenta de que el plan no era sensato.

Ik vond dat het plan onverstandig was.

Me di cuenta de que ella llevaba un sombrero nuevo.

- Ik merkte dat ze een nieuwe hoed droeg.
- Ik merkte dat ze een nieuwe hoed gedragen had.

Sólo entonces me di cuenta de a qué se refería.

Dan pas besefte ik wat hij had willen zeggen.

Le di a Tom todo el dinero que llevaba conmigo.

Ik gaf Tom al het geld dat ik bij me had.

- No mientas. Decí la verdad.
- No mientas. Di la verdad.

Lieg niet. Zeg de waarheid.

Y me di cuenta de que entendía lo que me decía,

en ik besefte dat ik begreep wat ze zei

Donde en forma voluntaria di clases de inglés, matemáticas y ciencias

Daar werd ik vrijwilliger bij meisjes van 5 tot 17 jaar

Pero no me di cuenta de que mis troles estaban vacunándome,

Ik realiseerde me niet dat die trollen me resistenter maakten --

Y me di cuenta de lo mucho que me estaba enseñando.

En ik besefte me dat ze mij zo veel leerde.

Le di un ramo de flores como agradecimiento a su hospitalidad.

Ik gaf haar een boeket als dank voor haar gastvrijheid.

Le di tres libros de texto a cambio de su ayuda.

Ik gaf hem drie boeken in ruil voor z'n hulp.

Él es la persona a la que le di mi diccionario.

Hij is de persoon aan wie ik mijn woordenboek heb gegeven.