Examples of using "хочется»" in a sentence and their dutch translations:
- Ik wil huilen!
- Ik wil huilen.
Ik heb er geen zin in.
Ik wil sneeuw.
Heb je slaap?
- Ik zou willen wenen.
- Ik wil huilen.
- Ik zou willen wenen.
- Ik heb zin om te huilen.
- Ik heb er geen zin in.
- Ik heb er niet zo'n zin in.
Ik heb zin om te zingen.
Hij is moe.
Zij wil dansen.
Ben je moe?
Ik wil plezier hebben.
Ik heb helemaal geen zin om te eten.
- Ik ben slaperig!
- Ik ben moe!
Ik ben niet slaperig.
Ik heb geen zin om te oefenen.
Ik smacht naar een sigaret.
Ik wil iets lekkers eten.
Ik wil echt een moto.
Tom heeft geen zin in eten.
Ik wil mijn neus krabben.
Ik heb dorst.
Ik heb nu geen zin in eten.
Ga er niet naartoe als je geen zin hebt.
Ik heb zin om in de regen te zingen.
- Ik wil in Italië wonen.
- Ik wil in Italië leven.
Ik heb geen zin in sushi.
Ik wil iets lekkers eten.
- Ik wil wat frisse lucht inademen.
- Ik wil wat frisse lucht krijgen.
Ik heb zin om naar buiten te gaan.
Ik wil je zo graag kussen.
Ik wil vandaag niet eten.
Ik heb er geen zin in.
- Ik heb dorst.
- Ik wil drinken.
Ik heb zin om uit te gaan vandaag.
Zij wil dansen.
Ik heb geen zin om zo hard te lopen.
Na het middagmaal heb ik altijd zin om te slapen.
Iedereen heeft dorst.
Drink zoveel water als je maar wil!
Ik heb dorst.
"Het is zo verleidelijk, hij kon het niet laten."
Vandaag wil ik iets lichts eten.
Iedereen wil graag geloven dat dromen uit kunnen komen.
Ik heb geen zin om nu naar buiten te gaan.
Ik heb daar nu gewoon geen zin in.
Dat wat je niet wil zeggen, hoef je niet te zeggen hoor.
- Hebben jullie geen dorst?
- Heeft u geen dorst?
- Ik ben niet slaperig.
- Ik heb geen slaap.
- Ik heb zin in uit eten vanavond.
- Ik heb zin om vanavond uit eten te gaan.
Zijn jullie niet moe?
Het is koud, daarom wil ik graag iets warms eten.
Ik heb geen dorst.
- Ik heb zin om naar de film te gaan.
- Ik heb zin om naar de bioscoop te gaan.
Ik wil niet opstaan.
Ik heb geen dorst.
Heb je geen trek?
Ik heb vanavond geen zin in tv kijken.
Ik heb geen zin om uit te gaan.
Ik heb geen zin om nog langer te wachten.
Ik heb er geen zin in.
Ik denk dat het veel lijkt op het normale griepvirus.
Ik wil niet naar huis.
Ik wil zingen.
- Hebben jullie geen dorst?
- Heb je geen dorst?
- Heeft u geen dorst?
- Ik ben moe.
- Ik ben slaperig!
- Ik heb slaap!
Ik ben slaperig.
Ze wil iets heel speciaals voor haar verjaardag.
Het is ontzettend heet vandaag en ik heb niet echt zin om te leren.
Ik wil iets om te drinken.
Die wil je niet in je broekspijp hebben zitten. Let op waar je loopt.
Ik heb geen zin om vandaag Engels te studeren.
Ik heb er geen zin in.
Tom heeft honger.
Ik wil iets kouds om te drinken.
Ik heb geen zin om vanavond bier te drinken.
"Ik heb zin om te kaarten." "Ik ook."
"Ik heb zin om te kaarten." "Ik ook."
Tom wil nu niet naar huis gaan.
- Ik wil naar de film.
- Ik wil een filmpje pakken.
Ik wil niet zo lang wachten.
Ik wil iets kouds drinken.
Ik wil een vriend.
- Wat wil je?
- Wat wilt u?
- Wat willen jullie?
- Wat mot je?