Examples of using "сюрприз" in a sentence and their dutch translations:
Verrassing!
Wat een verrassing!
Wat een verrassing!
Wat een verrassing!
Wat een verrassing!
Het is een verrassing.
Wat een verrassing!
Wat een leuke verrassing!
Wij hebben een verrassing.
Verrassing!
- Ik heb een verrassing voor jou.
- Ik heb een verrassing voor jullie.
Wat een verrassing!
Wat een verrassing om jou hier tegen te komen!
Ik heb een verrassing voor jullie.
- Welk een verrassing u hier te zien!
- Wat een verrassing om jou hier tegen te komen!
Ik weet dat het een verrassing is.
Ik wilde je verrassen.
Wat een verrassing om jou hier tegen te komen!
Wat een leuke verrassing!
Tom heeft een verrassing voor Mary.
- Ik heb een grote verrassing voor u, Tom.
- Ik heb een grote verrassing voor jou, Tom.
- Jongens, ik heb een verrassing voor jullie.
- Ik heb een verrassing voor jullie allemaal.
- Ik heb een verrassing voor jullie.
Ik wilde haar verrassen.
Ik wilde haar verrassen.