Examples of using "переехал" in a sentence and their dutch translations:
- Hij verhuisde naar Tokyo.
- Hij is naar Tokyo verhuisd.
- Tom is verhuisd.
- Tom bewoog.
Hij verhuisde naar Duitsland.
Hij verhuisde naar Europa.
Hij verhuisde naar Canada.
Ik verhuisde.
Tom verhuisde naar Duitsland.
- Tom is naar Australië verhuisd.
- Tom is verhuisd naar Australië.
- Tom is verhuisd naar Boston.
- Tom is naar Boston verhuisd.
Ik ben net verhuisd.
- Tom is naar Europa verhuisd.
- Tom verhuisde naar Europa.
Is Tom naar Boston verhuisd?
- Ik verhuisde een maand geleden.
- Ik ben afgelopen maand verhuisd.
Hij kwam in mijn buurt wonen.
Ik hoor dat je bent verhuisd.
Tom trok in bij zijn vriendin.
Ze werd bijna overreden door een vrachtwagen.
Kijk uit! De auto had je bijna omver gereden.
Toms hond werd overreden door een vrachtwagen.
- Tom is naar Australië verhuisd.
- Tom verhuisde naar Australië.
Ik ben hier gisteren ingetrokken.
Ik kan me niet herinneren wanneer hij naar Boston is verhuisd.
Wanneer zijt ge naar Berlijn verhuisd?
Dan gaf toe dat hij onder invloed van marihuana was toen hij Linda overreed.
Hij heeft daar tien jaar gewoond, en dan is hij verhuisd naar Kioto.
Tom is drie jaar geleden naar Boston verhuisd.