Examples of using "коров" in a sentence and their dutch translations:
Tom melkt de koeien.
Ik zal de koeien gaan melken.
Hij heeft tien koeien.
Ik moet de koeien gaan melken.
Koeien hebben uiers.
Heeft een koe een roze uier?
Koeien hebben hoorns.
We hebben tien runderen.
Het melkmeisje is allergisch voor koeien.
Meer dan 75 % van de boerderijen kweekten varkens en melkkoeien.