Translation of "заблудился" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "заблудился" in a sentence and their dutch translations:

Я заблудился.

Ik ben verloren.

Я, наверное, заблудился.

Waarschijnlijk ben ik verdwaald.

Я заблудился в лесу.

Ik ben in het woud mijn weg kwijtgeraakt.

Он заблудился в лесу.

Hij is verdwaald in het bos.

Он заблудился в снегу.

Hij raakte zijn weg kwijt in de sneeuw.

- Том потерялся.
- Том заблудился.

Tom is verdwaald.

- Я заблудился.
- Я заблудилась.

Ik ben verloren.

Впервые навещая тебя, я заблудился.

- Ik ben verloren gelopen vorige keer dat ik u bezocht.
- Ik ben verloren gelopen toen ik je voor het eerst bezocht.
- Ik ben verdwaald toen ik je de eerste keer bezocht.

Однажды я заблудился в Лондоне.

Op een dag was ik verdwaald in Londen.

- Извините, я заблудился.
- Извините, я потерялся.

- Pardon, ik ben verdwaald.
- Excuseer me, ik ben de weg kwijt.

Я чуть было не заблудился в лесу.

Ik was zowat verdwaald in het bos.

- Я заблудился.
- Я потерялся.
- Я заблудилась.
- Я потерялась.

Ik ben de weg kwijt.

- Я заблудился в лесу.
- Я заблудилась в лесу.

Ik ben verdwaald in het bos.

- Ты потерялся?
- Вы заблудились?
- Вы потерялись?
- Ты потерялась?
- Ты заблудился?

Bent u verdwaald?

- Вы заблудились, да?
- Ты заблудился, что ли?
- Вы потерялись, да?
- Ты потерялась, что ли?

- Je bent verloren gelopen, niet?
- U bent verloren gelopen, niet?
- Jullie zijn verloren gelopen, niet?