Examples of using "заблудился" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben verloren.
Waarschijnlijk ben ik verdwaald.
Ik ben in het woud mijn weg kwijtgeraakt.
Hij is verdwaald in het bos.
Hij raakte zijn weg kwijt in de sneeuw.
Tom is verdwaald.
Ik ben verloren.
- Ik ben verloren gelopen vorige keer dat ik u bezocht.
- Ik ben verloren gelopen toen ik je voor het eerst bezocht.
- Ik ben verdwaald toen ik je de eerste keer bezocht.
Op een dag was ik verdwaald in Londen.
- Pardon, ik ben verdwaald.
- Excuseer me, ik ben de weg kwijt.
Ik was zowat verdwaald in het bos.
Ik ben de weg kwijt.
Ik ben verdwaald in het bos.
Bent u verdwaald?
- Je bent verloren gelopen, niet?
- U bent verloren gelopen, niet?
- Jullie zijn verloren gelopen, niet?