Examples of using "её" in a sentence and their dutch translations:
Maak haar wakker.
Luister naar haar.
Snij het.
Snij het.
Laat haar los!
- Laat haar met rust.
- Laat haar.
Vergeef haar.
Beschrijf ze.
Red haar.
- Kus haar.
- Zoen haar.
Wacht op haar.
Stop haar.
Schil het.
Haar vader is politieman.
- Ik heb een foto van haar genomen.
- Ik heb een foto van haar gemaakt.
- Heb jij haar vermoord?
- Heeft u haar vermoord?
- Hebben jullie haar vermoord?
Iedereen houdt van haar.
Ik heb haar onderschat.
Iemand heeft haar vergiftigd.
Ze werd gevraagd haar naam met inkt te schrijven.
Is haar vader leraar?
Dit boek is van haar.
- Zorg dat ze hier weggaat!
- Haal haar hier weg!
Ze is niet hier.
Probeer haar te vinden.
Geef het aan haar.
Ik zie ze.
Hij hield van haar.
Is dit haar paraplu?
- Hij knuffelde haar.
- Hij omhelsde haar.
- Ik hou van haar.
- Ik houd van haar.
Ik omhelsde haar.
Ik begrijp haar.
Ze herkenden haar.
Haar naam was Maria.
Iedereen houdt van haar.
Ik heb een foto van haar gemaakt.
Het succes van haar roman heeft haar rijk gemaakt.
Hij beledigde haar.
- Laat haar gaan!
- Laat haar los!
Het was niet van haar.
bescherm het
...vul hem.
Ze kreeg promotie.
Vergeet haar.
- Ze werd opgepakt.
- Ze werd betrapt.
- Stop haar!
- Hou haar tegen!
De hond is van haar.
Luister naar haar.
- Het is van haar.
- Het is de hare.
Breng het mee.
Koop het!
- Koop het!
- Koop haar!
- Stop haar!
- Hou haar tegen!
- Controleer haar.
- Kijk ze na.
Kus het.
Verkopen!
- Verkopen!
- Verkoop het!
Breng haar weg!
- Neem het terug.
- Neem haar terug.
- Neem het terug.
- Neem haar terug.
- Ik probeerde haar te redden.
- Ik heb geprobeerd haar te redden.
Leg het neer!
Ik heb het haar niet gevraagd.
Je moet haar redden.
Dat is haar vriend.
Kun je het openen?
Ik maakte haar gelukkig.
- Ze is nog niet hier.
- Zij is er nog niet.
Ik denk dat je haar kent.
Heb je haar brief gekregen?
Ik kan haar niet horen.
Hebben jullie haar vandaag gezien?
- Waarom heb je haar geslaan?
- Waarom heb je haar geslagen?
Ik heb haar gedwongen piano te spelen.
Ik hou niet meer van haar.
Ken je haar vader?
Haar buurman zal voor de kinderen zorgen wanneer ze weg is.
Hij negeerde haar advies.
Ik ben blij haar te zien.
Heb je haar brief gekregen?
Laat haar met rust!
Vervang het.
- Haar moeder roept je.
- Haar moeder belt je.
- Je hebt haar hart gewonnen.
- Je won haar hart.
Wanneer hebt ge haar ontmoet?
Ik hou niet van haar.