Examples of using "выиграла" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb gewonnen!
Zij heeft gewonnen.
Welk team heeft gewonnen?
Ze heeft de weddenschap gewonnen.
Ons team heeft de wedstrijd gewonnen.
Welk team heeft de wedstrijd gewonnen?
Ze won een gouden medaille.
Zij heeft gewonnen.
Duitsland heeft het WK voetbal 2014 gewonnen!
Ik won de lotto.
Ze won een zilveren medaille.
Ik heb gewonnen!
Ons team heeft gisteren gewonnen.
De winnaar was een Canadees.
Ik wil dat zij wint.
Jullie hebben gewonnen.
Tom weet dat Mary niet heeft gewonnen.