Examples of using "победила" in a sentence and their dutch translations:
Ze heeft hem overwonnen.
Welke kant heeft gewonnen?
Zij heeft gewonnen.
Heb je gewonnen?
Ons team heeft de wedstrijd gewonnen.
Onze ploeg heeft onze tegenstander met 5-4 verslagen.
Ik heb gewonnen!
Ik snap niet waarom Duitsland het Eurovisiesongfestival gewonnen heeft.
Ons team heeft gisteren gewonnen.
De winnaar was een Canadees.
Ik wil dat zij wint.
Ik wil dat mijn land wint.
Jullie hebben gewonnen.
Tom weet dat Mary niet heeft gewonnen.