Examples of using "атеист" in a sentence and their dutch translations:
- Ik ben atheïst.
- Ik ben een atheïst.
Onze minister is een vegetariër en een atheïst.
Godzijdank ben ik atheïst.
Onze minister is een vegetariër en een atheïst.
“God zegen je!” “Ik ben atheïst.”
Je kunt niet redeneren met een fundemantalist, of het nu een christen of een atheïst is.