Examples of using "Школа" in a sentence and their dutch translations:
Waar is de school?
Dat is mijn school.
Waar is je school?
Hoe gaat het op school?
Dit is een school.
Waar is de school?
Welke school is het beste?
Waar is je school?
Dat is onze school.
De school begint in de lente.
De school is saai.
Waar is je school?
Dit is Toms school.
Dat is mijn school.
Onze school is afgebrand.
Hij houdt erg van zijn school.
School is niet zo mijn ding.
De school is verder dan het station.
Vind je de nieuwe school leuker?
De school is gesloten voor de kerstvakantie.
Onze school werd tot as gereduceerd.
Is je school ver hiervandaan?
Waar is je school?
Hoe vindt ge uw nieuwe school?
Vind je je school leuk?
Waar is je school?
De school ziet eruit als een gevangenis.
- School eindigt om 3:30.
- De schooldag eindigt om 15:30.
- Hij houdt erg van zijn school.
- Hij is gek op zijn school.
- Staat de school aan deze kant van de rivier?
- Is de school aan deze kant van de rivier?
Onze school is aan de andere kant van de rivier.
Onze school is heel dicht bij het park.
De school sluit weldra wegens de zomervakantie.
Onze school is heel dicht bij het park.
- Is uw school ver van uw huis?
- Is je school ver weg van je huis?
Er is een school dicht bij mijn huis.
Die school ziet eruit als een gevangenis.
Dit is de school waar zij lesgeeft.
Tatoeba is geen school, het is een universiteit!
Staat je school in deze stad?
Onze school is gesticht in 1990.
Onze school is dicht bij het station.
Onze school bevindt zich in het zuiden van de stad.
De school was in 1650 opgericht.
- De school bevindt zich te voet op vijf minuten van het station.
- De school bevindt zich op minder dan vijf minuten lopen van het station.
- Ik vind school niet leuk.
- Ik hou niet van school.
Vind je je school leuk?
De school in Thame is anders dan scholen in de VS.
Onze school heeft ongeveer duizend studenten.
De school start de volgende maandag.