Examples of using "Сходил" in a sentence and their dutch translations:
Tom was gek op jou.
Gisteren ben ik naar het warenhuis geweest om inkopen te doen.
- Ik ben bij Dan op bezoek geweest.
- Ik bezocht Dan.
Ik wil dat je naar het postkantoor gaat.
Ik wil dat je naar de supermarkt gaat en wat melk koopt.
Ik wil dat je naar het postkantoor gaat.