Examples of using "Боги" in a sentence and their dutch translations:
Goden bestaan.
Onze goden zijn dood.
Goden bestaan.
We zijn maar mensen, geen goden.
Olympus? Is dat niet waar de Griekse goden uithangen of zo?
'De goden zullen me binnen uitnodigen, in de dood is er geen zuchten.
Ik bad veel, maar de goden hoorden me niet.
"Wie de goden liefhebben, die sterft jong," werd in vroeger dagen gezegd.