Examples of using "Fadil" in a sentence and their dutch translations:
Fadil hield van skiën.
Fadil studeerde islam.
Fadil is actief op Facebook.
Fadil raakte geïnteresseerd in de islam.
Fadil raakte meer geïnteresseerd in de islam.
Fadil gelooft in de God van de islam.
Wanneer heeft Fadil zich tot de islam bekeerd?
Fadil bekeerde zich tot de islam in 1977.
Fadil omhelsde de islam op zijn 23ste.
Fadil datete een moslimmeisje uit Egypte.
Fadil vond dat hij een moslim moest zijn.
Elke dag is een feest voor Fadil.
Fadil stond slecht bekend.
Fadil werd een moslim in januari 1998.
Fadil is begonnen met het daten van een moslimmeisje uit Egypte.
Tot ieders verbazing, Fadil bekende al snel de moorden te hebben gepleegd.
Wat overtuigde Fadil om moslim te worden?
Fadil werd smoorverliefd op een moslimvrouw uit Egypte.
Fadil kon niet trouwen met een vrouw die geen moslim was.