Translation of "Przegrał" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Przegrał" in a sentence and their dutch translations:

Tom przegrał.

Tom heeft verloren.

Nasz zespół przegrał.

Ons team heeft verloren.

Chcę, żeby Tomek przegrał.

Ik wil dat Tom verliest.

Jeff przegrał wczorajszy mecz, ale jestem pewien że jest obiecującym graczem tenisa.

Jeff heeft de match van gisteren verloren, maar ik ben zeker dat hij een veelbelovende tennisspeler is.