Translation of "Zobaczmy" in Dutch

Zobaczmy.

Kijk eens.

Zobaczmy.

Kijk nou.

Dobrze, zobaczmy!

Kom op, probeer dit.

Zobaczmy co to.

Kijk eens.

Zobaczmy, co to.

Hee, kijk eens.

Wygląda na jaskinię. Zobaczmy.

Een soort grot. Kijk eens.

Zobaczmy, dokąd ten prowadzi.

Eens kijken waar deze heen leidt.

Zobaczmy, co tam znajdziemy. Chodźcie!

Zien wat we daar vinden. Kom op.

Ściągnijmy linę i zobaczmy, jak wygląda.

We trekken 't touw aan, kijken hoe het eruitziet.

Wejdźmy i zobaczmy, co tam znajdziemy.

Laten we zien wat we kunnen vinden.

Rzućmy świetlik i zobaczmy, gdzie spadnie.

We gooien er een gloeistaaf in en kijken waar die heen gaat.

Poczekajmy i zobaczmy, co się stanie.

- Laten we maar even afwachten en kijken wat er gebeurt.
- Laten we maar even afwachten en kijken wat er gaat gebeuren.

Dobrze, zobaczmy! Szybko, póki orzeł jest daleko.

Kom op, probeer dit. Snel, nu de arend weg is.

Zobaczmy, według lokalizatora Dana musi być w pobliżu.

Eens kijken, volgens de tracker... ...is Dana beslist niet ver.