Examples of using "Pocztę" in a sentence and their dutch translations:
- Ik wilde gewoon mijn e-mail checken.
- Ik wilde net mijn e-mail gaan controleren.
Hij droeg het pak naar de post.
Hij ging naar het postkantoor om de brief te versturen.
- Hij ging naar het postkantoor om de brief te verzenden.
- Hij ging naar het postkantoor om de brief te versturen.
Onderweg naar huis ga ik even langs het postkantoor.