Translation of "Biega" in Dutch

On biega.

Hij rent.

Lynn szybko biega.

Lynn rent snel.

Biega pan codziennie?

Ren je iedere dag?

Jak szybko on biega?

Hoe snel loopt hij?

Ten pies szybko biega.

Deze hond rent snel.

Ten pies biega bardzo szybko.

Deze hond loopt heel snel.

On biega szybciej niż ja.

- Hij kan rapper lopen dan ik.
- Hij kan sneller rennen dan ik.

Pies biega szybciej od człowieka.

Een hond loopt sneller dan een mens.

Mój tata biega każdego poranka.

Mijn vader gaat elke ochtend joggen.

Mój ojciec co rano biega.

Mijn vader gaat elke ochtend joggen.

Kto biega szybciej: Yumi czy Keiko?

- Wie loopt het snelst, Jumi of Keiko?
- Wie rent er sneller, Yumi of Keiko?

Oddech jest szybszy, kiedy się biega.

Je ademhaling gaat sneller wanneer je rent.

Biega z prędkością 100 kilometrów na godzinę.

Hij kan met meer dan 100 kilometer per uur sprinten.

Tom nie biega tak szybko jak Bill.

Tom loopt niet zo snel als Bill.

Po kraju biega wolno około 14 000 lampartów,

Er lopen zo'n 14.000 luipaarden rond in het land...

Nikt w klasie nie biega szybciej niż on.

Niemand in zijn klas is sneller dan hij.