Examples of using "Tonno" in a sentence and their dutch translations:
- Heeft u tonijn?
- Hebben jullie tonijn?
- Heeft u tonijn?
- Hebben jullie tonijn?
Heeft u tonijn?
Tom opende een blik tonijn.
Tom at een broodje tonijn.
Russische salade wordt gemaakt met aardappelen, olijven, tonijn en andere groenten.