Translation of "Fili" in Dutch

0.007 sec.

Examples of using "Fili" in a sentence and their dutch translations:

- Fili!
- Filate!

- Ren!
- Weglopen!
- Ren weg!

Lui ha tre fili.

Hij heeft drie zonen.

Questi fili di seta sono un'arma segreta,

Deze zijden draden zijn een geheim wapen...

- Lui ha tre figli.
- Lui ha tre fili.

Hij heeft drie zonen.

- Smamma!
- Fila via!
- Smammate!
- Smammi!
- Fili via!
- Filate via!

- Rot op!
- Scheer je weg!
- Ga weg!
- Hoepel op!
- Weg!
- Wegwezen!
- Weg van hier!
- Rot op.
- Maak dat je wegkomt!
- Maak dat jullie wegkomen.
- Ga weg hier.
- Maak dat u wegkomt.

Invece, percepisce il mondo attraverso una rete di trappole di fili.

In plaats daarvan voelt ze haar wereld middels een netwerk van struikeldraden.