Examples of using "Cresciute" in a sentence and their dutch translations:
- We zijn samen opgegroeid.
- We groeiden samen op.
Veel mensen van de generatie van mijn grootvader zijn opgegroeid in de boerderij.
- Je bent groot geworden.
- U bent groot geworden.
- Jullie zijn groot geworden.
Waar in Oostenrijk ben je opgegroeid?
Waar in Australië ben je opgegroeid?