Examples of using "Carte" in a sentence and their dutch translations:
Laat je kaarten zien.
Deel de kaarten uit.
Accepteert u creditcards?
Laten we kaart spelen.
Het is Toms beurt om de kaarten te delen.
- Plaats het spel kaarten op de eiken tafel.
- Leg het spel kaarten op de eiken tafel.
Kaarten is een populair tijdverdrijf.
Tom heeft een automatische kaartenschudder.
"Ik heb zin om te kaarten." "Ik ook."
Ze gingen aan tafel zitten om te kaarten.
Ze eten zonnebloempitten onder het kaarten.
Ik heb Anki een week niet gebruikt en nu lig ik 500 flitskaarten achter.
Hij was een luiaard, die enkel leefde om te eten, te drinken, en kaart te spelen.