Examples of using "Sul" in a sentence and their dutch translations:
Je stinkt echt.
Ga op het paard.
Jij loopt op het ijs.
- Meen je dat echt?
- Meent ge dat?
Blijf op het pad.
Hij zat op het bed.
- Ik reken op uw hulp.
- Ik reken op jouw hulp.
- Ik reken op jullie hulp.
- Je zit in de verkeerde trein.
- Jullie zitten in de verkeerde trein.
Hij zat op het bed.
Ik werd zenuwachtig op het toneel.
Ik leef op de planeet Sakura.
Geen grapje.
Ik werd zenuwachtig op het toneel.
Schrijf me snel!
Ga niet op de bank zitten.
Maak het niet persoonlijk.
Zet dat op mijn rekening.
- Het geld ligt op de tafel.
- Het zilver ligt op de tafel.
- Op tafel zat een kat.
- Er zat een kat op de tafel.
Je mag niet op de stoep parkeren.
- Leg het geweer op de tafel.
- Leg het pistool op tafel.
- Leg het pistool op de tafel.
Hij ligt op de bank.
- Wij wonen op de planeet Aarde.
- We leven op planeet Aarde.
- We leven op de planeet Aarde.
Ik reken op jouw hulp.
Ik leef op de planeet Sakura.
Ik reken op uw hulp.
Ik weet helemaal niets van cricket.
Ik ben op het balkon.
- Over m'n lijk!
- Over mijn lijk!
Leg het op tafel.
Gedane zaken nemen geen keer.
De kat sliep op de tafel.
Er heerst paniek op de Titanic.
De balpen ligt op het bureau.
Het geld ligt op de tafel.
De kat slaapt op de tafel.
- Het komt voor.
- Het gebeurt wel.
- Het gebeurt.
Wat heeft John op het toneel gezongen?
- De beker staat op tafel.
- Het kopje ligt op de tafel.
- Ontspan u!
- Rustig aan.
- Rustig maar.
Mijn laptop draait Linux.
Je weet tamelijk veel over sumo-worstelen.
Ik zal je meer vertellen over Japan.
De kat sliep op de tafel.
Er ligt zelfs geen sinaasappel op tafel.
Ik zag een vlieg op het plafond.
- Tom kuste Maria in de hals.
- Tom kuste Maria in de nek.
Zij stierven op het slachtveld.
Tom ging op de bank zitten.
We leven allen op de planeet Aarde.
Ik denk dat het wel uitmaakt.
Ik heb internet op mijn telefoon.
- Tom sliep op de luchtmatras.
- Tom sliep op het luchtbed.
De kat sliep op de tafel.
Ze heeft een huis aan de zee.
Hij legde het boek op tafel.
Hij probeerde op de grond te slapen.
onzeker waren over hun rol.
die ik persoonlijk opvat,
Tom staat op het dak.
Het zilver ligt op de tafel.
Neem het niet persoonlijk.
- Tom zat op het hek.
- Tom was besluiteloos.
Kan ik op de sofa slapen?
Er ligt een sinaasappel op de tafel.
Sami wist niks van de Koran.
We verbleven in een hotel bij het meer.
- Ze naaide een knoop op haar jas vast.
- Ze heeft een knoop op haar jas vastgenaaid.
Het huis bij het meer is van mij.
Hij heeft tientallen boeken over Japan.
Mijn laptop draait Linux.
Het geld op tafel is niet van mij.
Als je op de planeet Aarde leeft
en zelfs over de Reus zelf.
Precies op de rand van mijn hand.
Die is op de Mount Everest.
Ik zie een vogel op het dak.
Er ligt een appel op de tafel.
- Er staat een radio op de tafel.
- Er staat een radio op tafel.
Reken maar niet op zijn hulp.
Ik sta op het punt uit te gaan.
Oh! Serieus?
Op ijs vallen doet pijn.
De sleutels liggen op tafel.
De kaart hangt aan de muur.
Ik heb twijfels over zijn populariteit.
Ik weet niets over Japan.
Het boek ligt op de tafel.
Was er zo-even een boek op het bureau?
Keulen ligt aan de Rijn.
Het kopje ligt op de tafel.
De appel ligt op de tafel.