Examples of using "Bulgaro" in a sentence and their dutch translations:
- Spreek jij Bulgaars?
- Spreek je Bulgaars?
- Spreekt u Bulgaars?
Ik ben Bulgaars.
Ik leer Bulgaars.
Houd je van Bulgaarse circussen?
Russisch, Bulgaars, Servisch, Kroatisch en Bosnisch zijn Slavische talen.
Het overbelaste Bulgaarse leger stort in en twee weken later tekent Bulgarije een wapenstilstand.