Examples of using "Bebè" in a sentence and their dutch translations:
Het zijn baby's.
Het is gewoon een baby.
De baby viel in slaap.
- De baby is aan het slapen.
- De zuigeling slaapt.
Ze was bang de baby wakker te maken.
- De dreumes stopte met wenen.
- De baby hield op met huilen.
Die baby is Tom.
De baby is wakker.
Ze legde haar baby op het bed.
Mijn baby wil praten.
Is de baby wakker geworden?
Allemaal knapperige babykikkers.
- Ze is bevallen van een gezonde baby.
- Zij heeft een gezond kind ter wereld gebracht.
De baby kan lopen.
Vertel haar dat ik mijn baby de borst geef.
De baby kan nog geen lepel gebruiken.
- De baby huilt.
- De baby is aan het huilen.
De baby was naakt.