Examples of using "Azzurri" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb blauwe ogen.
Leanne heeft blauwe ogen.
Haar ogen zijn blauw.
Mijn ogen zijn blauw.
Ze heeft grote blauwe ogen.
Maria heeft blauwe ogen.
Haar blauwe ogen keken recht in de mijne.
We hebben de laarzen in groen, blauw en geel.
Ze heeft blauwe ogen.
Ik heb blauwe ogen.
Mijn ogen zijn blauw.
Haar ogen zijn blauw.
Tom had blauwe ogen.
Ze heeft grote blauwe ogen.
Tom heeft grote, blauwe ogen.
Hij heeft blauwe ogen.
- Ze is een Chinese moslim met blauwe ogen.
- Ze is een blauwogige Chinese moslim.
- Ze heeft blauwe ogen.
- Haar ogen zijn blauw.