Examples of using "Vezetsz" in a sentence and their dutch translations:
- Jij rijdt.
- U rijdt.
- Jullie rijden.
Waar breng je ons heen?
Je rijdt te snel.
- Kan je rijden?
- Rijd je?
- Rijdt u?
- Kan u rijden?
- Kunnen jullie rijden?
- Rijden jullie?
Je mag mijn auto gebruiken als je voorzichtig rijdt.
- Houd jij een dagboek bij?
- Hou je een dagboek bij?