Examples of using "Szoktál" in a sentence and their dutch translations:
- Vis jij?
- Vist u?
- Vissen jullie?
Hoe laat lunch je meestal?
Praat je over ons?
Hoeveel eet jij?
- Kan je rijden?
- Rijd je?
- Rijdt u?
- Kan u rijden?
- Kunnen jullie rijden?
- Rijden jullie?
- Hoe laat staat ge gewoonlijk op?
- Hoe laat sta je gewoonlijk op?
- Wanneer staat u normaal gesproken op?
Hoe laat gaat ge gewoonlijk slapen?
Naar wat voor muziek luister je meestal?
Hoe laat lunch je meestal?
Praat je tegen je planten?
Wat eet je gebruikelijk als ontbijt?
Hoe laat ontbijt u gewoonlijk?