Examples of using "Szál" in a sentence and their dutch translations:
Een draad is het basisonderdeel van weefsels.
Ik kocht negen bloemen.
Ze is kontnaakt.
Hoeveel bloemen koop je?
Hoeveel bloemen heb je gekocht?
Ik gaf mijn moeder 19 bloemen op Moederdag.
Probleem opgelost!
Toms eerste wens aan de goede fee was een sigaret. Onmiddellijk daarop vroeg hij om een vuurtje.
- Geen probleem!
- Geen enkel probleem!