Examples of using "Maradok" in a sentence and their dutch translations:
Ik zal blijven.
Ik blijf.
Ik zal daar blijven.
Ik zal blijven.
Ik blijf in Italië.
- Ik blijf hier tot tien uur.
- Ik zal hier tot tien uur zijn.
Ik blijf liever zitten.
- Ik blijf in het huis vandaag.
- Ik blijf vandaag thuis.
Ik blijf liever hier.
- Ik zal vandaag thuisblijven.
- Ik blijf vandaag thuis.
Morgen blijf ik thuis.
Ik ben liever alleen.
Ik blijf hier tot je terugkomt.
Ik zal hier meerdere dagen blijven.
Als het regent, blijf ik thuis.
Ik blijf hier een tijdje.
Ik blijf hier niet lang.
Ik denk dat ik hier zal blijven.
Ik blijf hier niet lang.
Ik blijf liever thuis dan dat ik alleen ga.
Ik blijf nog voor een dag of twee.
Ik ben van plan daar een week te blijven.
Ik zal vandaag thuisblijven.
Ik zou liever thuis blijven.
Als het regent, blijf ik.
Ik heb zoveel werk dat ik nog een uur blijf.