Examples of using "Lennie" in a sentence and their dutch translations:
Hij moet oppassen.
Ze moet ergens zijn.
Tom moet voorzichtiger zijn.
Daar moeten we het maar mee doen.
Dat zou moeten volstaan.
Het hoeft niet zo te gaan.
- Drie uur moet genoeg tijd zijn.
- Drie uur zou genoeg tijd moeten zijn.
- Het budget moet in evenwicht zijn.
- De begroting moet in evenwicht zijn.
- Het gaat zoals het gaat.
- Het komt zoals het komt.
Het onderwijssysteem moet flexibeler zijn.
Hij moet dom zijn om dat te doen.
Vanaf vrijdag moet het echt warm worden.
Tom zou voorzichtiger moeten zijn.
- Dat werk moeten tegen morgen gedaan zijn.
- Dit werk moet morgen af zijn.
- Dit werk moet morgen klaar zijn.
- Wat er ook maar gebeurt!
- Wat er ook komen mag!
Als ik alleen duik, moet alles aan mijn uitrusting perfect zijn.
Hij is zeker ouder dan zestig.
Er moet nog een andere weg zijn.
- Dit werk moet morgen af zijn.
- Dit werk moet morgen klaar zijn.