Examples of using "Kastély" in a sentence and their dutch translations:
Dit kasteel is mooi.
Dat kasteel is mooi.
Dit kasteel is mooi.
De inrichting van het slot is voor een groot deel oorspronkelijk.
Het oude kasteel staat op de heuvel.
Kleine oorzaken, grote gevolgen.
Hij erfde het kasteel.
Er is een oud kasteel aan de voet van de berg.
Wanneer is het kasteel gebouwd?