Examples of using "Járt" in a sentence and their dutch translations:
...heeft ze het gered.
Hij heeft wijs gehandeld.
- Tom is geslaagd.
- Tom slaagde.
Hij heeft driemaal Frankrijk bezocht.
Als kind ging hij drie keer naar Parijs.
Mari is in Hongarije geweest.
Hij heeft veel plaatsen bezocht.
Zijn ziel was in de hemel.
Het is Tom gelukt.
Mary ging met een jongere man uit.
en ik dacht aan mijn kind van twee
Zij was daar omdat mijn oma kanker had en die dag geopereerd werd.
Tot gisteren waren we met vakantie.
Ze kon onze gedachten lezen en was ons steeds een stapje voor.
die naar onze klas was gekomen om over dat onderwerp te spreken.
Ze bleef praten.
- Is de postbode al gekomen?
- Is de postbode al geweest?