Examples of using "Fizetni" in a sentence and their dutch translations:
Ik wil betalen.
- Tom betaalt.
- Tom zal betalen.
Ik wil met een cheque betalen.
We kunnen contant betalen.
Voor niets gaat de zon op.
Wie betaalt?
Tom wil zijn schulden afbetalen.
kan Lisa zich voor haar twee dochters
De huur is morgen te betalen.
Stroom, water, verzekeringen, onroerend-goedbelastingen, ziektekostenverzekering - alles moet betaald worden.
Daar krijgt ge nog spijt van!