Examples of using "Ebédet" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb snel geluncht.
Ik maak elke dag lunch.
- Tom heeft de lunch overgeslagen.
- Tom sloeg de lunch over.
Ze zijn aan het lunchen.
Mijn vader maakte me een heerlijk middagmaal.
Ik heb zojuist geluncht.
Laat ons gaan lunchen.
Maar één gast vroeg een vegetarisch middagmaal.
Heb je nog geen middageten gegeten?
Tom zei dat hij niet genoeg tijd had om zijn lunch zelf te bereiden.
Ik ben van plan om vanaf vandaag een week lang de lunch over te slaan.