Examples of using "Ajándék" in a sentence and their dutch translations:
Het was gewoon een geschenk.
De tweede gift was psychologisch.
- Dit is een cadeau voor jou.
- Het is een geschenk voor u.
Het leven is een geschenk.
Een gegeven paard mag je niet in de bek kijken.
- Je moet een gegeven paard niet in de bek kijken.
- Een gegeven paard mag je niet in de bek kijken.
- Een gekregen paard kijkt men niet in de mond.
- Je moet een gegeven paard niet in de bek kijken.
- Een gegeven paard mag je niet in de bek kijken.
- Een gekregen paard kijkt men niet in de mond.
Dit is een geschenk als blijk van onze dankbaarheid.
Er lagen veel cadeautjes onder de kerstboom.
Een paar oorbellen is een leuk cadeau voor haar.
Deze pop is een geschenk van mijn tante.
Maar het grootste geschenk dat ik kreeg, was dat van westers onderwijs.
Dit is een kerstcadeau van hem.
Bloemen zijn altijd welkom.